De 9 meest relevante fiscale plannen op Prinsjesdag voor woningeigenaren
Op Prinsjesdag 2023 werden de fiscale plannen voor het komende jaar onthuld. Deze plannen bevatten belangrijke wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de vastgoedmarkt in Nederland, zowel voor woningen als voor zakelijk onroerend goed. In deze uitgebreide gids zullen we de belangrijkste fiscale maatregelen voor 2024 in de vastgoedsector bespreken.
1. Woningwaardegrens stijgt naar € 510.000 in 2024
Een cruciaal aspect voor degenen die gebruik willen maken van de startersvrijstelling is de woningwaardegrens. Voor 2024 wordt deze grens verhoogd naar € 510.000, wat betekent dat de koopsom van een woning niet hoger mag zijn dan dit bedrag om in aanmerking te komen voor de vrijstelling. In 2023 bedraagt deze grens nog € 440.000. Het omvat niet alleen de waarde van de woning zelf, maar ook eventuele bijbehorende rechten en toevoegingen. Als de koopsom, inclusief toevoegingen, in 2024 hoger is dan € 510.000, komt men niet in aanmerking voor de startersvrijstelling. Het is belangrijk op te merken dat voor woningen op erfpachtgrond ook de waarde van de gekapitaliseerde canon wordt opgeteld bij de waarde van de woning. Als u van deze verhoging wilt profiteren, moet de eigendomsoverdracht plaatsvinden na 31 december 2023, ongeacht wanneer de koopovereenkomst is ondertekend.
2. Overdrachtsbelastingstarieven blijven in 2024 ongewijzigd
Het huidige algemene tarief voor de overdrachtsbelasting is in 2023 verhoogd van 8% naar 10,4%. In 2024 blijft dit tarief ongewijzigd. Ook het tarief van 2% voor woningen en de startersvrijstelling van 0% blijven onveranderd.
3. Aandelen in Vereniging van Eigenaren (VvE) worden beschouwd als banktegoeden (spaargeld)
Het aandeel in het vermogen van een VvE wordt momenteel beschouwd als ‘overige bezittingen’ tijdens de overgangsperiode van box 3. Het kabinet stelt voor om deze vermogensrechten onder de categorie banktegoeden te plaatsen, omdat dit vermogen meestal op een bankrekening wordt gehouden. Dit zal resulteren in een lagere belastingdruk. Bovendien wordt voorgesteld om het tarief in box 3 in 2024 met 2 procent te verhogen naar 34 procent.
4. Derdengeldenrekening van notarissen wordt ook beschouwd als banktegoeden (spaargeld)
Het aandeel in het vermogen op de derdengeldenrekening van een gerechtsdeurwaarder of een notaris wordt momenteel behandeld als ‘overige bezittingen’ tijdens de overgangsperiode van box 3. Het kabinet stelt voor om deze vermogensrechten, net als het aandeel in het vermogen van een VvE, tot de categorie banktegoeden te laten behoren.
5. Jubelton wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2024
Vanaf 1 januari 2024 wordt de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, ook wel bekend als de jubelton, volledig afgeschaft. In 2023 is deze vrijstelling al verlaagd tot € 28.947. Per 1 januari 2024 blijft de reguliere eenmalige verhoogde vrijstelling voor kinderen tussen 18 en 40 jaar bestaan (2023: € 28.947). Dit bedrag kan ook worden gebruikt voor de aankoop van een eigen woning, zonder verplichting.
6. Hillen-aftrek daalt naar 80,01% in 2024
De aftrekpost voor geen of geringe eigenwoningschuld, bekend als de Hillen-aftrek, daalt jaarlijks met 3⅓%. In 2024 daalt de Hillen-aftrek van 83,34% naar 80,01%.
7. WOZ-beschikkingen
Om het starten van bezwaarprocedures namens burgers en bedrijven tegen WOZ-beschikkingen te ontmoedigen, wil het kabinet de financiële prikkel verminderen. Gemeenten, de Belastingdienst en de rechtspraak krijgen meer tijd om andere bezwaar- en beroepszaken te behandelen door uitbetalingen direct aan belanghebbenden te laten plaatsvinden en de vergoeding voor professionele rechtsbijstand te verlagen. Dit zal helpen om het aantal bezwaarprocedures te verminderen.
8. Aan derden verhuurd vastgoed wordt standaard beschouwd als beleggingsvermogen onder BOR en DSR
Het kabinet behoudt de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) in de schenk- en erfbelasting, maar stelt voor om duidelijker te definiëren wat als ondernemingsvermogen of beleggingsvermogen wordt beschouwd. Onroerend goed dat aan derden wordt verhuurd, wordt standaard beschouwd als beleggingsvermogen. Onroerende zaken die worden gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening vallen niet onder deze maatregel.
9. Nieuwe vermogensrendementsheffing (box 3) in 2027
Er wordt gewerkt aan een nieuwe vermogensrendementsheffing (box 3) die naar verwachting op 1 januari 2027 zal worden ingevoerd. Gedurende deze overgangsperiode zullen banktegoeden gunstiger worden belast dan overige bezittingen. Het tarief in box 3 zal in 2024 stijgen van 32% naar 34%.